Sander komt langs. Onverwachts. Sinds de pandemie voelt de oma heel goed wie werkelijk iets voor haar betekenen. Daar is geen oppervlakkige driekus of vluchtige zoen voor nodig. Alleen gevoel. “Ik kom je spekkoek brengen, oma.” Zij wil hem omhelzen. Hij nadert haar tot gepaste afstand. Zij onderdrukt de hunkering. Het is al mooi zo. Die weerschijn van de vlammetjes in zijn stralende ogen.
Frans de Jonge
Sander komt langs. Onverwachts.
Sinds de pandemie voelt de oma heel goed wie werkelijk iets voor haar betekenen. Daar is geen oppervlakkige driekus of vluchtige zoen voor nodig. Alleen gevoel.
“Ik kom je spekkoek brengen, oma.”
Zij wil hem omhelzen.
Hij nadert haar tot gepaste afstand.
Zij onderdrukt de hunkering. Het is al mooi zo. Die weerschijn van de vlammetjes in zijn stralende ogen.