Ze plast in driekwartsmaat. Sommige rituelen kennen geen schaamte. Ik schuim het zeep, jij veegt het ritme weg. De stoppels verliezen hun scherpte als jij je kin op mijn schouders legt. Je huilt zonder melodie, ik kan er geen duet van maken. ‘Niemand staat alleen voor de spiegel’, zeg ik. Je slaat je ogen dicht, net voor ik de scherven zie. Alles klopt nog.
Leo Wolff
Samen
Ze plast in driekwartsmaat. Sommige rituelen kennen geen schaamte. Ik schuim het zeep, jij veegt het ritme weg. De stoppels verliezen hun scherpte als jij je kin op mijn schouders legt. Je huilt zonder melodie, ik kan er geen duet van maken.
‘Niemand staat alleen voor de spiegel’, zeg ik.
Je slaat je ogen dicht, net voor ik de scherven zie. Alles klopt nog.